Opdracht ‘Aanwezig zijn’

De schoolleider zorgt ervoor dat hij/zij wordt ervaren als een toegankelijke en beschikbare schoolleider.

Praktijkinzichten Ann Huybrechts

Ann Huybrechts is directeur van het GO! Koninklijk Lyceum Antwerpen. Ze startte haar lesgeefcarrière als leerkracht Natuurwetenschappen, Aardrijkskunde en Biologie. Daarna was ze adjunct-directeur.

Wat maakt dat je als schoolleider  veel belang hecht aan aanwezig zijn? Welke overtuigingen zitten daarachter?
Als directeur ben je het gezicht van de school, en het aanspreekpunt. In het algemeen secundair onderwijs is er relatief weinig middenkader. Daarom ben ik erg intern gericht. Mijn focus ligt op aanwezig zijn in de school omdat collega’s geen ander aanspreekpunt hebben. Mijn adjunct-directeur en ik hebben de taken duidelijk verdeeld. Zo weten collega’s heel goed bij wie ze waarvoor terecht kunnen. Hoe korter de communicatielijn, hoe efficiënter. Je kan snel inpikken op foute interpretaties van boodschappen. Open communicatie is een belangrijke waarde voor ons. Mijn deur staat altijd open, voor leerkrachten, collega’s én ouders. Dat is een duidelijk signaal van mijn bereikbaarheid. Ik vind het een manier om problemen voor te zijn. Praten werkt beter dan mailen. Ik spreek mensen rechtstreeks aan in de leraarskamer. Dat is sneller en duidelijker. 

Wat onderneem jij als schoolleider in het kader van aanwezig zijn?
Alle nieuwe leerlingen op school spreek ik in de eerste week van september toe. Ik verduidelijk mijn rol als aanspreekpunt. In de realiteit is die drempel nog hoog, en toch durven leerlingen wel bij mij aankloppen. Veel directeurs leiden de aandacht voor leerlingen af naar hun zorgcollega’s. Ik spreek zelf in het voorjaar alle leerlingen die mogelijk moeilijk zullen slagen. Die boodschap heeft impact. Verder lunch ik in de leraarskamer. Dat wordt geapprecieerd. Ik hou vinger aan de pols en kan veel sneller inspelen op wat leeft. Ik wil dat iedereen zich daar goed voelt, mezelf inclusief. Ik ben ook sterk aanwezig op activiteiten (olympiades, schoolfeest, momenten met externe sprekers, sportactiviteiten, tweedaagse van de geïntegreerde werkproef,…) van onze school. Ik ben ook present op de klassenraden van het vierde tem het zesde jaar (mijn collega neemt de eerste jaren voor haar rekening). Ik ken al die leerlingen bij naam. Dat maakt indruk en beklijft. Twee keer per week lees ik alle meldingen van het leerlingvolgsysteem na. Ik spreek leerlingen aan als ze hun been hebben gebroken of hun oma zijn verloren. Een overzichtelijke kalender helpt om te weten wat er op school gebeurt. Zo kan ik de gepaste tijd en ruimte maken in mijn agenda. Je kan ook tijdsblokken voorzien waarop je voor iedereen aanspreekbaar bent. Dat geeft mentale rust voor iedereen. 

Je bent niet gewoon fysiek aanwezig, je bent kwaliteitsvol aanwezig, ook voor ouders. Wat doe je daarvoor?
Ik ben als directeur de buffer voor onze leerkrachten. Ik sta niet toe dat onze ouders de leerkrachten rechtstreeks mailen. Wij positioneren ons als schoolleiders duidelijk als aanspreekpunt en wij ondervangen de mails. Waar nodig, regelen we een gesprek met de leerkracht in kwestie. Ik vind het niet de job van mijn collega-leerkrachten om elke avond een heel aantal mails van bezorgde ouders te beantwoorden. Mijn adjunct-directeur of ik zijn ook altijd aanwezig op de vergaderingen van het oudercomité. 

Welke effecten zie je van wat je onderneemt rond ‘aanwezig zijn’?
Ik heb het gevoel een gedragen directeur te zijn. Ik ondervind weinig weerstand. Er is minder onzekerheid, frustratie en onduidelijkheid onder collega’s. Een te sterke mailcultuur heeft nefaste gevolgen. Een band versterk je face-to-face. Persoonlijk contact en veel feedback zorgen voor een gevoel van ondersteuning en connectie. We hebben onze pedagogische raad afgeschaft en vervangen door een algemene vergadering. Daar worden alle collega’s geïnformeerd. Een werkgroep heeft het mandaat om beleidslijnen uit te werken en op de algemene vergadering voor te stellen. Zo gaat het besluitvormingsproces trager, en tegelijk biedt het kansen voor collega’s om invloed te nemen op belangrijke thema’s. Ook voor leerlingen draag ik een steentje bij aan hun welbevinden. Ik toon mijn betrokkenheid op hun schoolloopbaan en op hun leven.

Interview en tekst: Saskia Vandeputte