Opdracht ‘Betrokken zijn op het lesgeven en evalueren’
De schoolleider is betrokken op het ontwerp en de uitvoering van het lesprogramma, op het didactisch handelen van de leraren en op het evalueren van de leerlingen.
Praktijkinzichten Erwin Meyers
Erwin Meyers is sinds 2021 domeindirecteur voor het domein STEM van WICO Campus Neerpelt. Hij begon zijn loopbaan als leerkracht, werd vakcoördinator en algemeen coördinator. Daarna was hij adjunct-directeur.
Wat maakt dat je als schoolleider veel belang hecht aan het pedagogisch-didactische aspect?
Voor mij is het de leerkracht die het verschil maakt. Zijn manier van werken is cruciaal. Daarom moeten we daar als schoolleiders op inzetten. Die elementaire focus, op de beginsituatie bijvoorbeeld, wordt soms vergeten. Ik wil teruggaan naar de essentie: doelgericht werken. In onze nijverheidstechnische school ontwikkelde elke leerkracht met veel goede bedoelingen een eigen evaluatiesysteem.De uitdaging was om én voldoende gestructureerd én met voldoende autonomie de leerlingenevaluatie in onze praktijkvakken aan te pakken. Het organisatorische neemt zeker in een technische school vaak de bovenhand. Ik wil streven naar een lerende school waar het pedagogisch-didactische aspect voldoende aandacht krijgt. De functieomschrijvingen van onze technisch-adviseurs zijn in de lijn aangepast.
Wat onderneem je concreet om betrokken te zijn op het leren en lesgeven?
Bij grotere projecten stellen wij een kerngroep samen, bestaande uit directie, coördinatie, leerkrachten en soms externen. We formuleren als schoolleider de algemene voorwaarden (bijvoorbeeld: transparant en betrouwbaar, met heldere criteria en compatibel met Smartschool). Verder heeft die kerngroep een grote mate van vrijheid. Wel vragen we dat ze terugkoppelen aan hun mede directieleden, het coördinatieteam of hun vakgroep. Zo zorgen we voor gedragenheid en achterhalen we waar zorgen en knelpunten zitten. De kerngroep zet op basis van de feedback stappen vooruit en hakt knopen door, soms met hulp van pedagogische begeleiding bijvoorbeeld. Dat geeft een extra perspectief. Ook rond de visie hebben we een werkgroep opgestart. We hebben daarbij ook alle collega’s en ouders via personeels- en avondvergaderingen ruimer betrokken. Zo kwamen we tot bepaalde hashtags rond gedragsindicatoren. Die zijn leidend als we lessen bijwonen of tijdens functioneringsgesprekken. Zo zetten we pedagogisch-didactisch dezelfde richting uit.
Hoe zie jij jouw rol als schoolleider in het ‘leren en lesgeven’?
Ik wil faciliteren en koers wijzen. Ik breng ook de strategische doelen in en zorg voor begeleiding van de kernteams. Het doel van zo’n kernteam duidelijk omschrijven is erg van belang. Zo zijn we rond leerlingenevaluatie gekomen naar een model met competenties met vier schalen. De laatste knoopjes doorhakken, ook dat is nodig. Mijn rol is om ervoor te zorgen dat we doorgaan met de implementatie. Verandering brengt vaak onrust mee. De kunst is om de voordelen in de kijker te blijven zetten, zeker als mensen moeilijk het oude kunnen loslaten. Overleg helpt daarbij, net als het waarom kaderen. Collega’s praten ook onderling graag en goed over onderwijskundige aspecten.
Welke effecten heeft jouw betrokkenheid op het ‘lesgeven en evalueren’?
We merken dat collega’s zich het evaluatiebeleid eigen gemaakt hebben. Ze komen zelf met voorstellen tot verandering naar aanleiding van de modernisering bijvoorbeeld. Het mooie eraan is dat er leergesprekken ontstaan in de praktijklokalen. Leerlingen schalen zichzelf in en leerkrachten zetten daar hun inschaling tegenover. Met puur cijfermatig beoordelen werd er minder feedback gegeven. Ons nieuw evaluatiesysteem geeft taal aan leerkrachten om wat ze uit observaties weten ook te benoemen. De uitdaging is om ook effecten op leerlingen te gaan meten.
Interview en tekst: Saskia Vandeputte