Opdracht ‘Samen leren stimuleren’

De schoolleider stimuleert leraren(groepen) om op verschillende manieren samen te leren.

Praktijkinzichten Kurt Gommers

Kurt Gommers is Algemeen Directeur van de secundaire school en van de overkoepelende diensten van de VZW ZAVO. In de praktijk is hij sinds 2016 algemeen directeur van de secundaire school. Daarvoor was hij 8 jaar IT-coördinator en 4 jaar netwerkbeheerder en analyst. Hij staat ook zelf gedeeltelijk voor de klas als leerkracht geschiedenis. 

Wat maakt dat je ‘samen leren stimuleren’ zo belangrijk vindt?
We zetten op school al geruime tijd  in op interne professionalisering. We bieden bijvoorbeeld een podium voor talenten van leerkrachten op ons leerfestival (nvdr: een pedagogische studiedag). Zo’n interne workshops – waarbij leerkrachten elkaar meenemen in hun expertise – blijken effectief. Wetenschappelijke literatuur onderbouwt dat: samen leren is één van de beste paden om te professionaliseren. En het werkt verbindend. Samen leren vraagt samen tijd maken, en samen plannen. Daar hebben we in geïnvesteerd, bijvoorbeeld door alle kernteams (nvdr: een soort vakgroepwerking) twee uur per week vrij te roosteren. Intussen vindt de overgrote meerderheid van onze collega’s die kernteamwerking een normale zaak. De agenda verschuift van praktische punten naar inhoudelijke vraagstukken, zoals het samen ontwerpen van lessen. Samen materiaal maken heeft positieve gevolgen op veel vlakken. Denk bijvoorbeeld aan een vermindering van de kosten voor de leerling. Waar het minder goed werkt, heeft het vooral met groepsdynamiek te maken. We steunen erg op CTE (collective teacher efficacy). Dat is het gezamenlijke geloof van een schoolteam om impact te hebben op het leren van de leerlingen. Een van de beste manieren om dit te stimuleren is intervisie.We proberen de logica van de kernteams ook naar klasteams te brengen, zodat je elke week over een klasgroep kan samenzitten. Tot slot denken we na over enkele dagen per jaar waarop het leren asynchroon zou gebeuren, in hybride vormen. Ook dat zou ruimte creëren om samen te professionaliseren.

Hoe ziet ‘goed samen leren’ eruit in een onderwijscontext?
Het is belangrijk dat er een output verwacht wordt. Met die resultaatgerichtheid neem je de vrijblijvendheid weg, en creëer je verantwoordelijkheid. Die output moet effectief bruikbaar zijn in de klaspraktijk. De school zorgt voor inspiratie, daarna werk je vanuit gedeelde principes, verdeel je het werk en gebruik je elkaars leermateriaal. Zo bouw je een hele database waarop je als leerkracht kan terugvallen. Cruciaal daarbij is om autonomie te geven binnen duidelijke krijtlijnen waar het beleid op stuurt. Autonomie stopt waar je buiten de lijntjes kleurt. Zo zorg je tegelijk voor vrijheid én voor gelijkgerichtheid. Je moet ook de juiste condities creëren: samenwerktijd binnen de reguliere werkuren, en een fijne plek om elkaar te ontmoeten. Zie het als een georganiseerd springuur. Meestal is dat het laatste uur voor de middag, zodat je over de middag kan doorwerken. Ook voor het beleidsteam is het handig om te weten dat je dan de kernteams kan bereiken, bijvoorbeeld om bepaalde beleidsambities uit te leggen en om contact te leggen met collega’s. Je hebt collectieve aandacht op zo’n moment. Het is een heel sterk communicatie- en samenwerkingskanaal. 

Wat onderneem jij concreet om mensen te stimuleren om tot ‘samen leren’ te komen?
Ik probeer te inspireren, en voor de wetenschappelijke onderbouwing te zorgen. In mijn wekelijkse nieuwsbrief onderstreep ik telkens de link met onze visie en de waarde van samenwerken, en verwijs daarbij naar onderzoek. Zo bouw ik een coherent discours op. Verder zoek ik naar tools – zoals gamification – om de samenwerking naar een hoger niveau te tillen via (technologische) vormen van uitwisseling en expertisedeling. Voor interne professionalisering werken we met incentives. Als je deelneemt, krijg je via een app virtuele munten waar je boeken kan mee kopen, of een massage bijvoorbeeld. Tot slot beloon ik mensen die hun nek uitsteken, met een bon of pralines ofzo. Ik investeer in mensen die zich engageren om dat ‘samen leren’ waar te maken. 

Waaraan merk je dat ‘samen leren’ steeds meer het nieuwe normaal wordt?
De kernteamuren worden echt gebruikt. Het wordt een gewoonte. Het aantal gebruikers op de app neemt toe. En ik heb best veel kandidaten die op ons leerfestival een workshop willen geven. Vroeger was dat trekken en sleuren. 

Welk effect zie je van het ‘samen leren’?
Op beleidsniveau, is samenwerking intussen een evidentie. Als je in de kernteams van leerkrachten komt waar het goed werkt, zie je lachende gezichten, mensen die op hun gemak zijn en die op elkaar kunnen rekenen. Zo zorgen collega’s soms zelf voor vervangroosters, weliswaar zijn dat de uitzonderingen. Als je eens naar de notaris moet, kan je met je collega afspreken om in te springen, en vice versa. Als je lessen samen ontwerpt, kan dat.

Interview en tekst: Saskia Vandeputte